2.000.000

titels - kopie (4)

Afgestudeerd met drie zessen, twee zevens en een acht (NB voor historische grammatica, ik heb altijd al van geschiedenis gehouden). In maart 1974 kreeg ik via het Staatsbedrijf der PTT een telegram, soort ouderwetse e-mail, ik kon beginnen met het geven van lessen Nederlandse taal en letterkunde aan leerlingen van het Peter Stuyvesant College in Curaçao. Het leek me wel wat, ’s morgens een beetje lesgeven en dan ’s middags wat snorkelen in de zee of mijmeren op de waranda met niks anders te doen dan de glazen rum tellen. Wel moesten we nog even gekeurd worden. In Den Haag. Op een snikhete middag vervoegden we ons met zijn vijven in een wat obscuur en stoffig etablissement op de vijfde verdieping van een hoog huis in een oude en nauwe steeg. Een droog mannetje met een witte jas aan, een dokter of vleeskeurder, ging met ons aan de slag. Kloppen, voelen en beluisteren. We moesten blazen en inademen en, dat vergat hij nog te zeggen, ook weer uitademen. Na afloop moesten we in een piepklein kamertje met zijn vijven aan een bureau gaan zitten waarachter de keurder zat met zijn witte jas nog aan. ‘Wat mij betreft bent u goedgekeurd’, zei hij, ‘met name de feminiene zijde van uw gezin. Maar ik wil u toch een waarschuwing geven. Curaçao is droog en heet en extreem stoffig en de heren hebben wat piep en ruis in de longen wat er op dat hete en stoffige en droge eiland niet beter op zal worden. Maar u moet zelf beslissen.’ telegram

Dat werd dus Hengelo. Koud, helder en nat. Ze dronken er Grolsch. Ik ging er toekomstige onderwijzers en onderwijzerinnen opleiden tot het lesgeven op de lagere school, die ineens basisschool werd. Ook daarvoor moest ik ineens, weinig tot mijn vreugde, onderwijsteams bijscholen. En ik vertoonde vieze plaatjes uit undergroundstrips aan vierde- en vijfdejaars havisten, waarover ze jaren later nog ginnegapten als ik ze in de stad tegenkwam. Mijn exacte ik moest weer aan de slag toen ik een stap terug of vooruit maakte met het opleiden van verplegers en verplegerinnen. En ook bijscholen van diegenen die al de hele dag liepen te verplegen. Bijvoorbeeld: hoe schrijf je een goeie scriptie of beleidsnota? Maar al gauw werd ik tot hoger heerlijkheid geroepen en verantwoordelijk voor de afstudeerfase van de HBO-V. Verdiende ik in Harlingen uiteindelijk ƒ1800 per maand, nu startte ik als eerstegrader met ƒ2335, tien jaar later was dat zo’n ƒ3700 en weer tien jaar later ruim ƒ5000. Dat schoot op. Maar weer zo’n tien jaar later was het ineens meer dan gehalveerd, hoe kon dat nou weer. De frontberichten vermeldden ook nauwgezet gegevens als overhevelingstoeslag, inhouding pensioenbijdrageverhaal, inhouding spaarloonregeling en uiteraard loonheffing. En ook nog diverse premies als daar zijn premie anw, premie OP/NP, premie IP/BW hoog, FPU, PartnerPlusPensioen en niet te vergeten de Pseudopremie WW. IMG_0806

En ook was ik ineens verantwoordelijk voor de internationalisering. Want de studenten konden kiezen voor een differentiatie Buitenland, inclusief een stage in Duitsland, Engeland of België. Daar moest ik natuurlijk bij zijn. Zo belandde ik in menig buitenland om daar de kwaliteit van de stageplekken en het onderwijs te beproeven. En wat mij betreft konden dat niet genoeg landen zijn. Om te laten zien hoe goed wij wel niet bezig waren schreef ik erover in het clubblad van HBO-docenten Verpleegkunde (Verpleegkundig Onderwijs, januari1991) onder de wervende titel ‘Internationalisering aan de afdeling Verpleegkunde van de Hogeschool Enschede’. Ik formuleerde ook enkele doelstellingen die ik beweegredenen noemde, waarom het zo belangrijk voor de studenten was (Bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van de student door verbreding van de culturele horizon).

IMG_0806IMG_0806

 Dat was allemaal wel leuk en aardig, maar reizen kost geld en de hogeschool had dat niet en de studenten nog minder. Gelukkig de verschillende overheden waaronder vooral de Europese Unie wel! Daar hadden ze net bedacht dat er voor de voortschrijdende integratie vrij verkeer van goederen en personen moest komen. Meer samenwerken en van elkaar leren. Er werden wetten gemaakt. En er kwam geld, ook voor het onderwijs. Zelfs de Nederlandse regering, die mijn artikel en mijn beweegredenen had gelezen, maakte er geld voor vrij. Hoe ging dat in zijn werk? Het meest simpel zou zijn om de universiteiten en hogescholen wat meer geld voor dat speciale doel te geven (geoormerkt heette dat) en enige verantwoording achteraf te vragen. Maar simpel en de EU passen niet in één zin, en dus werd er een ingewikkeld systeem opgetuigd. Je kon subsidie aanvragen bij de verschillende subsidielijnen met mooie namen als Socrates, Erasmus en Xantippe. Maar er waren ook losse regelingen. Hele afdelingen met talloze ambtenaren werden gevormd die voorwaarden, regels, eisen en verplichtingen opstelden met een daarbij behorende enorme bureaucratie met namen als Nuffic of Xexius. Dat werd opzetten, uitwerken en opschrijven, maar ook berekenen, inschatten en becijferen. En wie ging dat bij de afdeling Verpleegkunde doen? Juist!

 IMG_0806IMG_0806IMG_0806

Ik las de regeling en de voorwaarden goed, close reading dus. Vervolgens liet ik het enkele dagen sudderen. Op de meest gekke momenten flitsen er mogelijkheden op. Vlak voor het inslapen, tijdens het zwemmen of wandelen met de hond. En dan ging ik het concreet maken in een projectvoorstel. Inclusief een financieel overzicht met daarin reis- en verblijfkosten, materiaalkosten, personele kosten, en de heel belangrijke post ‘onvoorzien’. Ik keek hoeveel subsidie je kon aanvragen, daar deed ik dan zo’n 30% bovenop, die konden ze er dan afhalen, zodat je het maximale bedrag kreeg. Een wat simpel persoon zou denken dat het daarna op de post kon. In werkelijkheid begon het dan pas. Je moest langs de directie van de eigen afdeling, het betrokken werkveld en de beoogde buitenlandse partner(s)voor goedkeuring en instemming. Vervolgens ging het projectvoorstel naar het bureau Projecten en Buitenland van de hogeschool. Die zaten er ook niet voor niks, maar na verloop van tijd en eventuele aanpassingen adviseerde het bureau Projecten en Buitenland het CVB om het projectvoorstel inclusief de gevraagde subsidie in te dienen bij het bureau of de afdeling van de betreffende overheid. En dan begon het wachten en nagelbijten. Meestal kwam de poen er wel.

IMG_0806IMG_0806IMG_0806IMG_0806

Maar het ging ook wel eens mis. Wil je een voorbeeld? Dan krijg je een voorbeeld. Er was een Nederlandse subsidie beschikbaar voor het vernieuwend laten samenwerken van onderwijs en werkveld in Nederland en een willekeurig ander EU-land. Dat was een kolfje naar mijn hand. Het land werd Engeland, daar werkten we toen veel mee samen, toen kon dat nog. Het onderwerp wist ook al snel: seemless care, in het Nederlands zaadloze, nee pardon, naadloze zorg. Dat betekent dat je de patiënt centraal stelt en de zorg daaromheen goed samen laat werken, zodat de patiënt daar geen last van heeft. Dus simpel gezegd, iemand wordt geopereerd, gaat daarna naar huis. De betrokken artsen, verpleegkundigen, thuiszorg moeten  gezamenlijk zorgen voor een soepel verloop met rapportage, overdracht en het informeren en begeleiden van patiënt en familie. De wijkverpleegkundige gaat alvast naar het ziekenhuis en de chirurg en de huisarts willen ook verschrikkelijk graag weten hoe het verder gaat met de patiënt. Dat was dus de bedoeling, zorg zonder je ergens druk over te hoeven maken, naadloos dus. We deden veel projecten in die richting. Je zou na al die jaren denken dat de patiënt wel eens centraal gesteld zou zijn, maar ze hebben het er nog steeds over. In Engeland hadden ze daar veel ervaring mee. Dus daar moesten we van leren, maar de Engelsen moesten ook iets van ons kunnen leren, maar wat? Ik koos voor onze thuiszorg, daar waren we wel redelijk goed in. Vervolgens besloot ik iedereen met iedereen te laten samen werken, dat werd dus in Enschede onze docenten en studenten, een afdeling acute opname van het ziekenhuis en de thuiszorg. En in Birmingham idem dito van hetzelfde. Dat leek ingewikkeld en dat was het ook, maar ik schreef het zo op dat je het als het ware voor je eigen ogen zag afspelen, als in een verhaal. Ik zette er een structuur op van samenwerking via stages in ziekenhuis en thuiszorg met begeleiding van onderwijs en zorginstelling en daarna uitwisseling tussen de twee landen, dus de Nederlandse studenten met hun begeleiders naar Birmingham en vice versa. Daarnaast studiereizen uit en naar Engeland. Om de leidinggevenden van zowel onderwijs als zorginstelling mee te krijgen mochten die eerst op studiereis. De beoogde resultaten en uitkomsten knipte ik in stukjes en formuleerde die als doelen en tussendoelen. Dus van elkaar leren, uitvoeren en evalueren, implementeren en de evidence een basis geven en uiteraard zorgen voor disseminatie en sustainability.

 

 IMG_0806IMG_0806IMG_0806IMG_0806IMG_0806

En dat in een project van drie jaar. De te verkrijgen subsidie was ƒ100.000 per jaar, dus ƒ300.000 in totaal, dus vroeg ik ƒ400.000 en kreeg ƒ300.000. Want het project werd toegewezen door het bureau dat daarvoor in het leven was geroepen. We waren dolblij en het bureau ook. Ik had het project Consortium Verpleegkunde genoemd. Omdat het nogal een ingewikkeld project was, had ik niet zoveel tijd om het te gaan leiden. Ook anderen zaten helemaal vol. Dus moest ik een projectleider werven. Ik kreeg de naam door van een jonge vrouw die al enige ervaring had op dit vlak en die pittig en ambitieus was. Ik sprak met haar af op een maandag om 14.00 uur. ’s Morgens voelde ik me een beetje misselijk, ook zeurde een vage pijn in mijn hoofd. Ik besloot tot een vloeibare lunch in de stad. Om 14.00 uur sprak ik de jonge vrouw. Ik deed het maar alleen, iedereen was al zo druk. Het was een aardige jonge vrouw, pittig en ambitieus. Ze had er zin an. Dus werd ze het. En het project ging voortvarend van start. Stages en een studiereis van de bazen. Ik begeleidde zo goed mogelijk, adviseerde ook publicitair aan de weg te timmeren, het project moest overal bekend worden. Op een dag stopte er een kleine truck voor de hogeschool om er dozen met mokken met het opschrift Consortium Verpleegkunde af te leveren. Heel Enschede en Birmingham dronk vanaf dat moment koffie uit wervende mokken. Dat ging goed. Aan het eind van het eerste jaar werd er een tussenrapportage geschreven, ik had daartoe enkele voorbeelden verschaft. De tussenrapportage beschreef de activiteiten als stages en dienstreizen en mokken en ook de realisering van de tussendoelen en de stand van zaken betreffende disseminatie. Waarna er een bericht kwam dat het project niet verder zou worden gesubsidieerd wegens te weinig aantoonbare vorderingen, ook waren er twijfels over de aanwending der gelden. Jammer dus. Ik nam afscheid van de pittige en ambitieuze jonge vrouw. Ze had er veel van geleerd, zei ze. Nog jaren erna deelden we de mokken uit als relatiegeschenk en als de bazen elkaar ontmoetten werden er sterke verhalen verteld over de leerzame dienstreis naar Engeland. Verhalen waaruit een sterke geur van alcohol opsteeg.

IMG_0806IMG_0806IMG_0806IMG_0806IMG_0806IMG_0806

Gelukkig was dit uit zonder lijk, meestal ging het wel goed. Vietnam leverde €2.000.000 subsidie op. Geneeskunde uit Maastricht had ook een projectvoorstel ingediend. Ze vonden het niet leuk dat zo’n hogeschooltje ermee was gaan strijken. We kregen een mail met de vraag of we niet met hen wilden samenwerken. Op advies van een doorgewinterde collega mailde ik terug dat het een interessante gedachte was, en of ze maar hun projectvoorstel wilden opsturen met hun overige materiaal, zodat we het verzoek konden bespreken. Nooit meer iets van gehoord. Mijn laatste subsidieaanvraag voor ik met pensioen ging, werd ook goed ontvangen. Het was een RAAK-project van het SIA, Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek. (De innovatievragen uit het regionale werkveld vormen altijd de aanleiding van een RAAK-project). Wat RAAK betekent weet ik niet meer en ik kan het ook nergens vinden. Het projectvoorstel betrof alweer zaadloze zorg, in dit geval voor de oudere orthopedische patiënt. Het Sia was tamelijk tevreden: “In de ranking van de 12 projecten die zijn goedgekeurd, neemt uw project de tweede plaats in.” Weer niet gewonnen. En: “Daarnaast was de commissie zeer ingenomen met de wijze waarop de vraag van de verpleegkundigen naar concrete projectdoelstellingen was uitgewerkt.”

internationalisering

 

 

4 thoughts on “2.000.000

Plaats een reactie