V VOOR VIETNAM

bed vietnam

Ik wendde mijn hoofd naar rechts en keek recht in de kut van een mevrouw die op haar rug op een armzalig ijzeren bed lag met haar benen gespreid in ijzeren beugels. Gegeneerd keek ik weer voor me en verwonderde me opnieuw over de uiteenlopende opvattingen over privacy in de verschillende landen. Zo banjerde ik ooit in een bejaardentehuis op de Krim (toen nog Oekraïne) kamer in kamer uit zonder kloppen, liep ik in Litouwen rond op een intensive care-afdeling met uitgebreid commentaar van de dienstdoende arts, in de toenmalige DDR bekeek ik van achter een raam een operatie en in Letland zaten we in een dichtgesneeuwde psychiatrische kliniek tegen de grens van Belarus op een bank bij de open haard cognac te drinken met de directie terwijl patiënten in pyjama voor ons zongen, een dansje maakten en op de accordeon speelden. Dit keer was het Vietnam. We liepen met een arts over een buitengaanderij van een vrouwenziekenhuis in Nam Dinh langs patiënten- en behandelkamers, toen ik mijn hoofd naar rechts wendde. De ramen stonden open of er waren in het geheel geen ramen, dat kon ik niet goed zien. De arts zag mijn schielijke gedrag en zei in kreupel Engels dat de vrouw hard aan het werk was. Ik mocht gerust nog even kijken, zei hij. Zo kwamen we langs twee bevallingen en een keizersnee.

Toch had ik het kunnen weten. Met zijn zessen hadden we vlak voor vertrek een bezoek gebracht aan Frits en Duyen. Frits was van het Internationaal Bureau, hij sprak vloeiend Vietnamees en kwam vaak in Vietnam voor contacten en één of ander handeltje. Duyen was zijn vrouw. Een nieuwbouwwijk in Enschede. Er waren ook twee Vietnamese studenten, die iets economisch studeerden. We werden cultureel voorbereid. Veel info, lekker eten en rollenspelletjes. Ik had de pest aan rollenspellen, deed dat de hele dag al. Dus speelde ik dapper mezelf. Bij het afscheid keek Duyen me aan, lachte en zei: Jij redt je wel. Ik denk dat ze doelde op een bepaalde competentie van me. Want als je denkt dat het nu verguisde competentieleren een recente uitvinding is, heb je het goed mis. Mijn kweekschool Rehoboth, later Felua in het Ede van de vroege jaren 60 hechtte zeer aan het ontwikkelen van de juiste competenties. Een belangrijke, die dus ook Duyen aansprak, was: ondoorgrondelijkheid. Omschrijving, toen ook al in kreupele taal: de student demonstreert in praktijksituaties dat hij in staat is geen enkel blijk van passie, compassie, empathie of enige andere emotie te tonen. Ik had dat geoefend op mijn stageschool in Barneveld. Ik was daar kwekeling in de derde klas (groep 5) van meester Roerei. Elke donderdagmorgen was ik present en ik mocht dan altijd de schooldag beginnen. Dat zag er als volgt uit. Ik wachtte tot iedereen zat. Dan riep ik: stil, we gaan bidden. Ik weet niet hoe ze op een openbare school de kinderen stil kregen, maar in Barneveld was het een probaat middel. Iedereen deed zijn ogen dicht, behalve ik en Roerei. Ik zei dan maar wat, van beste god, bedankt dat we weer gezond opgestaan zijn en naar school mogen gaan terwijl zoveel kindertjes op aarde geen bed, bad en brood hebben en dat we maar de zegen mogen krijgen voor ons schoolwerk en ook voor onze vaders en moeders en broertjes en zusjes. Soms deed ik er ook nog de overige familie en de buren bij. Daarna pakte ik de blokfluit en begeleidde de klas bij het zingen van een psalm. Bijvoorbeeld het door de firma Bruil uit Ede gesponsorde: Heer, ai, maak mij uwe wegen. Of een andere onbegrijpelijke klassieker. Gezangen mochten niet in Barneveld. Stil kinderen, zei ik dan tegen de kinderen die al stil waren, ik ga nu een mooi en leerzaam verhaal vertellen over Abraham en zijn zoon Izaäk. Ik had thuis een verhaal voorbereid van ongeveer een kwartier. De hoofdlijnen stonden op papier. Na vier minuten was ik klaar. De kinderen keken mij met lege gezichten aan. Ik keek ondoorgrondelijk terug. Vonden jullie het een mooi verhaal?, vroeg ik. Een beetje kort, zei een jongen op de voorste bank. Een lief, klein meisje zei met enige compassie: Ik vond het toch wel mooi. Ik zou haar wel willen knuffelen, maar die competentie had ik nog niet verworven en later werd die helemaal uit het curriculum geschrapt. Het leek me wel gepast een onderwijsleergesprek te houden over het vertelde. Ik vroeg de klas: Wat vinden jullie er nu van dat Abraham van God zijn zoon Izaäk moest slachten? Waarna meester Roerei zijn keel schraapte en zei: Zo is het wel genoeg meester, zet ze maar aan het werk.

klas 3

Dus ondoorgrondelijkheid zou me wel van pas komen daar in Vietnam. En, weer volgens Duyen, mijn droge humor ook. De competentie die nog niet getoetst was, maar die ik al wel op de kweekschool had verworven had met alcohol te maken. Frits vertelde dat tijdens vergaderingen in Vietnam nooit besluiten werden genomen. Men stelde elkaar met omhaal van woorden in kennis van standpunten en argumenten, luisterde beleefd naar elkaar met heel veel hoofdknikken en lachjes en dat was het dan. Pas na de vergadering bij de borrel, bij heel veel borrels, werden de besluiten genomen. De kunst was dan om goed mee te doen, maar niet het benevelde hoofd te verliezen. Sommige bedrijven namen soms iemand mee, die alleen maar flink hoefde te drinken met de gastheren, waardoor de anderen zich konden matigen en de zakelijke belangen behartigen. Aan het eind van ons tiendaagse bezoek lag er dan ook een goede samenwerkingsovereenkomst. En zelfs bij het afscheidsdiner toetsten de gastheren ons op alcoholtolerantie. De directeur van de universiteit en tevens onze voornaamste counterpart, Nguyen, was een enorme eikel met veel te veel eigendunk en nogal vrijpostig in zijn omgang met de vrouwen, onze vrouwen! Het overvloedige diner, ongetwijfeld van het komende subsidiegeld, duurde enorm lang. Dat was ook al zo in Oost-Europa, misschien had het met communisme te maken. En die tijd werd voornamelijk besteed aan toosten en heildronken. Het komt er op neer dat zo’n beetje iedereen een toost moet uitbrengen, te beginnen met de belangrijkste aanwezigen. Er was ook een hoge pief van het ministerie aanwezig, dus die mocht beginnen. Ik was nummer drie! Je kon je er niet vanaf maken met ‘op uw gezondheid’, nee, je moest bloemrijke taal gebruiken, met complimenten en bon mots strooien, de gastheren moesten blozen van genoegen en schateren van het lachen. Ik was daar wel aardig goed in. Van te voren bedacht ik wat ik zo’n beetje wou zeggen, en al sprekende vielen me meestal wel wat kwinkslagen in. En wat ook hielp was dat je steeds even kon denken als je vorige zinnen werden vertaald.

toespraak

Tijdens dit afscheidsdiner, eigenlijk een wat verlate lunch, want daarna moesten we nog naar Hanoi, stond de tafel vol met flessen sterke drank, wijn en bier (Heineken). Ik hield me bij rode wijn. De Vietnamese gastheren hadden een geintje bedacht. Je kon iemand speciaal toetoosten met de term 100%. Daarna moest je met een vol glas in je hand de armen in elkaar haken en dan het glas naar je mond brengen en dat in één teug ledigen: 100%. Nguyen had het op mij voorzien. Ik denk omdat ik degene was die het subsidiegeld uitbetaalde en misschien ook wel als oudste belangrijk werd geacht. Dus zijn 100%-tjes waren eigenlijk een eer. Denk ik. Maar na zijn tweede 100% werd ik het zat en riep uit balorigheid: 300 %. Het werd stil aan tafel. Men vulde twee enorme glazen met rode wijn. Nguyen en ik haakten de armen in elkaar en dronken tot de glazen leeg waren. Ik ging weer zitten, slikte een klein boertje weg en vervolgde het gesprek met mijn buurvrouw. Nguyen liep linea recta naar de toiletten en bleef heel lang weg. Toen hij terugkwam zag hij wat bleekjes. Hij leek wat minder praats te hebben. Na het diner namen we daadwerkelijk afscheid. Ik had wat last van een visgraat die in mijn keel was blijven steken en die er pas tijdens de autorit naar Hanoi uitschoot. Nguyen kwam naar me toe. Hij was zichtbaar aangedaan, omhelsde me, klom bijna in me en zei hoe geweldig het was geweest en hoe goed we zouden gaan samenwerken. Toen zat ons bezoek erop. We gingen nog een dag voor ons plezier naar Hanoi en vervolgens naar huis, naar Hengelo, naar Anneke. En Bolo. Maar nu ben ik al aan het eind van mijn verhaal en ik ben nog niet eens begonnen.

Wordt vervolgd

1 thoughts on “V VOOR VIETNAM

Geef een reactie op hennie van ee x